Van hoog tot laag en van links tot rechts: de managementtaal lijkt de voertaal te zijn binnen gemeenten. Ook professionals spreken vaak niet hun eigen professionele taal, maar praten ‘managementtaals’. Dan – zo weten ze – word je tenminste serieus genomen.
Diezelfde managementaal is echter zo eenzijdig (cijfermatig, rationeel, globaal) dat die alle ruimte biedt om te doen wat je zelf belangrijk acht.
Door managementtaals te spreken trek je in feite een onzichtbaarheidsmantel aan (Harrie Potter: Invisibility Cloak), waardoor het lijkt alsof je loyaal meewerkt aan de formele doelstellingen en plannen, terwijl je gewoon door kan gaan met die dingen die voor jouw kolom, werkveld, persoonlijk traject (veranderfonteintjes) of formeel verandertraject belangrijk zijn.
Een gevolg hiervan is dat de feitelijke sturende en coördinerende functie van de managementtaal eigenlijk maar relatief beperkt is (vandaar ‘plakband-taal’). Maar wat houdt gemeentelijke organisaties dan wèl (redelijk) bij elkaar?
In deze tab (verdiepende tekst) wordt hier uitgebreid op ingegaan.